Afdrukkwaliteit verbeteren
De printkop reinigen
Het hulpprogramma Printkop reinigen gebruiken
De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken
Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, kunt u proberen het probleem op te lossen door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op de juiste wijze door de spuitkanaaltjes wordt toegevoerd.
U kunt de printkop reinigen vanaf uw computer met het hulpprogramma Printkop reinigen of rechtstreeks vanaf de printer met de knoppen op het bedieningspaneel.
 |
Opmerking:
|
 | -
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt gebruikt. Om geen inkt te verspillen dient u de printkop alleen te reinigen als de afdrukkwaliteit afneemt, bijvoorbeeld als de afdrukken wazig worden of als de kleuren niet kloppen of ontbreken.
|
|
 | -
Gebruik eerst het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren om te controleren of de printkop inderdaad moet worden schoongemaakt. Hierdoor bespaart u inkt.
|
|
 | -
Als het foutlampje
knippert of brandt, kunt u de printkop niet reinigen. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.
|
|
Het hulpprogramma Printkop reinigen gebruiken
Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Printkop reinigen gaat u als volgt te werk.
 |
Controleer of de printer aanstaat en het foutlampje niet brandt.
|
 |  |
Opmerking:
|
 |  |
Als het foutlampje knippert, kunt u de printkop niet reinigen. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.
|
|
 |
Open de printersoftware.
|
 |
Klik op het tabblad Hulpprogramma's en klik vervolgens op de knop Printkop reinigen.
|
 |
Volg de instructies op het scherm.
|
Het aan-uitlampje
knippert terwijl de printer de reinigingsprocedure uitvoert.
 |  |
Let op:
|
 |  |
Zet de printer nooit uit terwijl het aan-uitlampje knippert. Dit kan de printer beschadigen.
|
|
 |
Wanneer het aan-uitlampje ophoudt met knipperen, laadt u een paar vellen papier in de printer en klikt u in het dialoogvenster Printkop reinigen op Spuitkanaaltjespatroon afdrukken om te controleren of de printkop schoon is.
|
Hieronder ziet u enkele controlepatronen:
 |
De printer werkt normaal
|
 |
De printkop moet worden schoongemaakt
|
Als de controlepagina niet goed wordt afgedrukt, maak de printkop dan nogmaals schoon en druk het controlepatroon opnieuw af.
Zie De printkop reinigen
 |
Opmerking:
|
 | -
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze procedure vier of vijf keer hebt herhaald, zet u de printer uit en laat u hem een nacht rusten. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u zonodig het reinigen van de printkop.
|
|
 | -
Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal een van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe.
Raadpleeg Een lege cartridge vervangen voor informatie over het vervangen van een cartridge.
|
|
 | -
Neem contact op met uw leverancier als de afdrukkwaliteit nog steeds niet goed is nadat u de cartridges hebt vervangen.
|
|
 | -
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden we u aan om ten minste eenmaal per maand een paar pagina's af te drukken.
|
|

[Boven]
De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken
Om de printkop te reinigen met de knoppen op het bedieningspaneel gaat u als volgt te werk.
 |
Zorg ervoor dat het aan-uitlampje brandt en dat het foutlampje niet brandt.
|
 |  |
Opmerking:
|
 |  |
Als het foutlampje knippert of onafgebroken brandt, kunt u de printkop niet schoonmaken. U dient eerst de betreffende cartridge te vervangen. Als u de cartridge niet meteen wilt vervangen, drukt u op de onderhoudsknop zodat de printkop terugkeert naar zijn uitgangspositie.
|
|
 |
Houd de onderhoudsknop drie seconden ingedrukt.
|
 |  |
Opmerking:
|
 |  |
Als u de onderhoudsknop binnen drie seconden loslaat, wordt papier ingevoerd. Houdt u de knop langer dan zes seconden ingedrukt, dan gaat de printkop naar de positie voor het vervangen van de cartridge. Druk nogmaals op de onderhoudsknop om papier uit te voeren of om de printkop terug te brengen naar de uitgangspositie. Herhaal vervolgens stap 1.
|
|
De printer start het reinigen van de printkop en het aan-uitlampje
begint te knipperen.
 |  |
Let op:
|
 |  |
Zet de printer nooit uit terwijl het aan-uitlampje knippert. Dit kan de printer beschadigen.
|
|
 |
Opmerking:
|
 | -
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze procedure vier of vijf keer hebt herhaald, zet u de printer uit en laat u hem een nacht rusten. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u zonodig het reinigen van de printkop.
|
|
 | -
Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal een van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe.
Raadpleeg Een lege cartridge vervangen voor informatie over het vervangen van een cartridge.
|
|
 | -
Neem contact op met uw leverancier als de afdrukkwaliteit nog steeds niet goed is nadat u de cartridges hebt vervangen.
|
|
 | -
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden we u aan om ten minste eenmaal per maand een paar pagina's af te drukken.
|
|

[Boven]