 |
Printer instellen voor het netwerk via het bedieningspaneel
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de voor netwerkverbinding vereiste printernaam, TCP/IP-instellingen, DNS-server en proxyserver kunt instellen.
Algemene netwerkinstellingen opgeven
 |
Schakel de printer in.
|
 Opmerking:
Schakel de printer niet uit en koppel de printer niet los terwijl u instellingen configureert via het bedieningspaneel.
Als u het netwerk instelt terwijl de geheugenkaart wordt benaderd, wordt de toegang tot de kaart afgebroken.
|
 |
Activeer de instellingenmodus.
|
 |
Selecteer Network Settings (Netwerkinstellingen).
|
 |
Selecteer General Network Setup (Algemene netwerkinst.) gevolgd door Yes (Ja).
|
 |
Controleer de printernaam.
|
De printernaam wordt gebruikt om de printer te gebruiken of te herkennen in het netwerk.
 Opmerking:
De standaardinstelling is “EPSONXXXXXX” (X: de laatste zes cijfers van het MAC-adres). Als u de printernaam wilt wijzigen, typt u de tekst opnieuw.
|
 |
Geef instellingen op bij TCP/IP Setup (TCP/IP inst.).
|
Doorgaans wijst de breedbandrouter of het toegangspunt automatisch een IP-adres aan de printer toe met behulp van de DHCP-functie. Selecteer Auto (Autom.) als de DHCP-functie van de router (of het toegangspunt) is ingeschakeld.
 Opmerking:
Als u een uniek IP-adres aan de printer wilt toewijzen, selecteert u Manual (Handm.) en voert u het IP-adres, het subnetmasker en de standaardgateway in.
|
 |
Stel de DNS-server in. De instellingen voor de DNS-server en proxyserver zijn niet beschikbaar voor alle printers of kunnen mogelijk niet worden ingeschakeld.
|
Doorgaans wijst de breedbandrouter of het toegangspunt automatisch een DNS-serveradres aan de printer toe. Selecteer Auto (Autom.) als u deze optie wilt gebruiken.
 Opmerking:
Selecteer Manual (Handm.) als u zelf het adres van de DNS-server wilt opgeven en voer het adres van de primaire en secundaire DNS-server in.
|
 |
Stel het adres van de proxyserver in.
|
Selecteer Do Not Use (Niet gebr.).
 Opmerking:
Selecteer Use (Gebruiken) als u een proxyserver wilt gebruiken en voer het adres en de poort van de proxyserver in.
|
Draadloos netwerk instellen met de Setup Wizard
U kunt gemakkelijk met de hand instellingen opgeven aan de hand van een wizard.
 |
Selecteer Wireless LAN Setup.
|
 |
Selecteer Wireless Setup Wizard.
|
 Opmerking:
Wanneer een geheugenkaart in de printer is geplaatst, kan een waarschuwing worden weergegeven. Lees de eventueel weergegeven melding en klik op OK.
|
 |
Selecteer SSID.
|
 Opmerking:
Als geen draadloos netwerk wordt gevonden, wordt een waarschuwing weergegeven. Controleer de gebruikte netwerkomgeving, keer terug naar Wireless LAN Setup en probeer het opnieuw. Als u de SSID handmatig wilt invoeren, selecteert u Advanced Setup (Geavanceerde inst.) gevolgd door Manual Wireless LAN Setup (Draadloos handm. instellen).
|
 |
Voer de ingestelde beveiligingssleutel in de router in.
|
Handmatige modus gebruiken
Volg de onderstaande instructies om de SSID en beveiligingsinstellingen met de hand op te geven via het bedieningspaneel.
 |
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld en communicatie beschikbaar is.
|
 |
Activeer de instellingenmodus.
|
 |
Selecteer Network Settings (Netwerkinstellingen).
|
 |
Selecteer Wireless LAN Setup (Draadloos LAN inst.).
|
 |
Selecteer Advanced Setup (Geavanceerde inst.).
|
 |
Selecteer Manual Wireless LAN Setup (Draadloos handm. instellen) en druk op OK.
|
 Opmerking:
Wanneer een geheugenkaart in de printer is geplaatst, kan een waarschuwing worden weergegeven. Lees de eventueel weergegeven melding en klik op OK.
|
 |
Selecteer Infrastructure Mode (Infrastructuurmodus).
|
 Opmerking:
Zie Ad-hocmodus als u de printer wilt gebruiken in de ad-hocmodus.
|
 |
Selecteer Search SSID (SSID zoeken).
|
 Opmerking:
Als u de SSID handmatig wilt invoeren, selecteert u Enter SSID (SSID inv.) en voert u de SSID in.
|
 |
Selecteer de SSID (netwerknaam) waarmee u verbinding wilt maken.
|
 Opmerking:
Als geen SSID wordt weergegeven, controleert u of het toegangspunt beschikbaar is voor communicatie.
Als de SSID om veiligheidsredenen is verborgen, drukt u op de knop Back om terug te keren naar de vorige stap en de SSID handmatig in te voeren.
|
 |
Selecteer de juiste beveiligingsmethode, WEP of WPA.
|
 |
Typ de WEP-sleutel of de WPA-wachtzin.
|
Als WEP-64bit(40bit) of WEP-128bit(104bit) is geselecteerd: Selecteer Alphanumeric (Alfanumeriek) als de WEP-sleutel 5 of 13 tekens lang is. Selecteer Hexadecimal (Hexadecimaal) als de WEP-sleutel 10 of 26 tekens lang is. Typ de WEP-sleutel en druk op OK.
Als WPA-PSK (TKIP) of WPA-PSK (AES) is geselecteerd: Typ de WPA-wachtwoordzin en druk op OK.
Selecteer WPA als u WPA2 instelt als beveiligingstype voor de router.
 |
Wanneer het scherm met het voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op OK.
|
Automatische configuratie WPS Wireless
Als het toegangspunt de norm Wi-Fi Protected Setup (WPS) ondersteunt, kunnen de beveiligingsinstellingen automatisch worden geconfigureerd.
 |
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld en communicatie beschikbaar is.
|
 |
Activeer de instellingenmodus.
|
 |
Selecteer Network Settings (Netwerkinstellingen).
|
 |
Selecteer Wireless LAN Setup (Draadloos LAN inst.).
|
 Opmerking:
Wanneer een geheugenkaart in de printer is geplaatst, kan een waarschuwing worden weergegeven. Lees de eventueel weergegeven melding en klik op OK.
|
 |
Selecteer Advanced Setup (Geavanceerde inst.).
|
 |
Selecteer WPS Wireless LAN Setup (Draadloos netwerk inst. WPS).
|
De printer ondersteunt de drukknopmethode en de pincodemethode. De procedure verschilt per methode.
 Opmerking:
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het toegangspunt voor meer informatie over de WPS-functie van het toegangspunt en het oplossen van problemen met het toegangspunt.
Als het toegangspunt (draadloze router) niet binnen ongeveer twee minuten wordt gevonden, wordt een foutmelding weergegeven. Controleer in dit geval of het toegangspunt werkt en geef vervolgens de WPS-instellingen van begin af aan opnieuw op.
|
Configuratie van de drukknopmodus
 |
Selecteer Push Button Mode (Drukknopmodus) en druk op OK.
|
 |
Als een waarschuwing wordt weergegeven, leest u dit bericht en selecteert u Yes (Ja).
|
 |
Houd de WPS-knop van het toegangspunt (of de overeenkomstige knop) ingedrukt om WPS in te stellen.
|
 Opmerking:
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het toegangspunt (de draadloze router) voor de locatie van de WPS-knop. In sommige gevallen betreft het een software-instelling in plaats van een fysieke knop op de router.
|
 |
Wacht tot de voorbereiding voor het tot stand brengen van communicatie met het toegangspunt is voltooid (het WPS-lampje knippert bijvoorbeeld) en druk vervolgens op OK.
|
 Opmerking:
De automatische configuratie van WPS Wireless kan enige tijd duren. Wacht totdat het voltooiingsbericht verschijnt.
|
 |
Wanneer het scherm met het voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op OK.
|
Configuratie van de pincodemodus
 Opmerking:
De methode voor registratie van de pincode varieert per toegangspunt (draadloze router). Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het toegangspunt (draadloze router).
|
 |
Selecteer PIN Code Mode (Pincodemodus).
|
 |
Als een waarschuwing wordt weergegeven, leest u dit bericht en selecteert u OK.
|
 |
Registreer de op het display weergegeven pincode binnen twee minuten op het toegangspunt en druk op OK.
|
 Opmerking:
De automatische configuratie van WPS Wireless kan enige tijd duren. Wacht totdat het voltooiingsbericht verschijnt.
Hoe u de pincode precies moet invoeren verschilt per toegangspunt. Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij het toegangspunt voor meer informatie.
|
 |
Wanneer het scherm met het voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op OK.
|
Automatische configuratie SES Wireless
Als het toegangspunt de norm SecureEasySetup (SES) ondersteunt, kunnen de beveiligingsinstellingen automatisch worden geconfigureerd.
 |
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld en communicatie beschikbaar is.
|
 |
Activeer de instellingenmodus.
|
 |
Selecteer Network Settings (Netwerkinstellingen).
|
 |
Selecteer Wireless LAN Setup (Draadloos LAN inst.).
|
 Opmerking:
Wanneer een geheugenkaart in de printer is geplaatst, kan een waarschuwing worden weergegeven. Lees de eventueel weergegeven melding en klik op OK.
|
 |
Selecteer Advanced Setup (Geavanceerde inst.).
|
 |
Selecteer SES Wireless LAN Setup (Draadloos inst. SES) en druk op OK.
|
 |
Als een waarschuwing wordt weergegeven, leest u dit bericht en selecteert u OK.
|
 |
Houd de SES-knop voor het toegangspunt (of de overeenkomstige knop) ingedrukt totdat het SES-lampje knippert en druk op OK.
|
 Opmerking:
Afhankelijk van het toegangspunt (draadloze router), is mogelijk geen aparte SES-knop beschikbaar. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het toegangspunt (draadloze router) voor de locatie van de SES-knop.
|
 |
Als het scherm met het voltooiingsbericht wordt weergegeven, drukt u op OK om de configuratie te voltooien.
|
 Opmerking:
De automatische configuratie van SES Wireless kan enige tijd duren. Wacht totdat het voltooiingsbericht verschijnt.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van het toegangspunt voor meer informatie over de SES-functie en het oplossen van problemen.
|
|  |