|
||||||||||||
![]() |
Papier wordt niet goed doorgevoerdHet papier wordt niet ingevoerdVerwijder de stapel papier en controleer het volgende:
Het papier mag geen krullen of vouwen vertonen.
Het papier mag niet te oud zijn. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie.
De stapel papier mag niet boven het pijlteken
![]() Het aantal vellen in de stapel mag niet meer bedragen dan het maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
![]() Het papier mag niet vastgelopen zijn in de printer. Verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
![]() De cartridges mogen niet leeg zijn. Vervang lege cartridges indien deze op zijn.
![]() Alle speciale laadinstructies voor het papier moeten goed zijn opgevolgd. Laad het papier opnieuw.
![]() Het papier mag niet geperforeerd zijn.
Er worden meerdere pagina's tegelijk ingevoerdDe stapel papier mag niet boven de pijl
![]() De zijgeleider moet tegen het papier aangeschoven zijn.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld of gevouwen is. Is dit wel het geval, strijk het dan glad in tegenovergestelde richting.
Waaier de randen van de stapel papier los en plaats het papier vervolgens opnieuw.
Indien er te veel exemplaren van een bestand worden afgedrukt, vinkt u de instelling Copies (Exemplaren) in uw printerdriver als volgt aan, en vinkt u ook uw applicatie aan.
Voor Windows, vink de instelling Copies (Exemplaren) aan in het venster Page Layout (Paginalay-out). Voor Mac OS X 10.3 en 10.4, vinkt u de instelling Copies (Exemplaren) aan in de instelling Copies & Pages (Aantal en pagina's) in het dialoogvenster Print (Afdrukken). Voor Mac OS X 10.5, vinkt u de instelling Copies (Exemplaren) aan in het dialoogvenster Print (Afdrukken). Zie de online help van de printerdriver voor meer informatie. PapierstoringenAls het papier vastzit in de printer, opent u de printerkap. Verwijder alle papier uit de printer, inclusief eventuele papiersnippers. Sluit de printerkap. Als het papier zich nog bij de papierinvoer bevindt, kunt u het voorzichtig uit de printer trekken. Laad het papier voorzichtig opnieuw en druk op de papierknop
![]() ![]()
Als het papier regelmatig vastloopt, controleert u het volgende:
Het papier mag niet ruw, omgekruld of gekreukeld zijn.
Het papier dat u gebruikt moet van goede kwaliteit zijn.
Het papier moet met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer zijn geplaatst.
De stapel papier moet zijn uitgewaaierd voordat u deze in de printer hebt geladen.
De stapel papier mag niet boven het pijlteken
![]() Het aantal vellen in de stapel mag niet meer bedragen dan het maximum dat voor het betreffende papier is opgegeven.
![]() ![]()
De zijgeleider moet tegen het papier aangeschoven zijn.
De printer moet op een vlakke, stabiele ondergrond staan die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed als hij scheef staat.
Papier niet goed geladenAls u het papier te ver in de printer hebt gestoken, kan het papier niet goed in de printer worden gevoerd. Zet de printer uit en verwijder het papier voorzichtig. Zet de printer aan en laad het papier nu op de juiste wijze in de papiertoevoer.
Papier wordt niet volledig uitgeworpen of wordt gekreukeldAls het papier niet volledig wordt uitgevoerd, drukt u op de papierknop
![]() Als het papier gekreukeld uit de printer komt, is het mogelijk vochtig of te dun. Laad een nieuwe stapel papier.
![]()
| ![]() |
||||||||||