|
||||||||||||||||
![]() |
Speciaal papier ladenDoorslagpapierDe printer kan afdrukken op doorslagpapier in de vorm van losse vellen of kettingpapier. Dergelijk papier mag uit maximaal vijf delen bestaan, inclusief het origineel.
![]()
Voordat u het afdrukken start, zet u de papierdiktehendel op de juiste positie voor het doorslagpapier. Raadpleeg daarvoor de tabel in De papierdiktehendel afstellen.
Losse vellen doorslagpapier laadt u in de printer met behulp van de papiergeleider. Zie Losse vellen laden voor instructies. U kunt kettingdoorslagpapier op dezelfde manier in de printer laden als gewoon kettingpapier. Zie Kettingpapier laden met het invoermechanisme voor instructies.
![]()
EtikettenU kunt twee soorten etiketten gebruiken: etiketten op losse vellen en etiketten op kettingpapier. Gebruik geen losse vellen etiketten op een glanzend rugvel. Dergelijk papier heeft de neiging te gaan glijden, waardoor de invoer ervan niet altijd goed gaat.
Voer de onderstaande stappen uit om etiketten in de printer te laden:
![]()
De automatische afscheurfunctie moet zijn uitgeschakeld in de standaardinstellingen van de printer.
De software is zodanig ingesteld dat alleen binnen het aanbevolen afdrukgebied wordt afgedrukt. Zie Aanbevolen afdrukgebied voor informatie over het aanbevolen afdrukgebied.
![]()
Etiketten afscheuren en uitvoerenWanneer u kettingpapier gebruikt, moet u de etiketten altijd afscheuren en uit de printer voeren zoals hierna beschreven.
![]()
![]()
![]()
| ![]() |
||||||||||||||