EPSON

De printerdriver gebruiken onder Windows 7, Vista, XP, 2000 en Windows NT 4.0

U kunt de printerdriver openen via uw Windows-toepassingen of via het menu Start.
Wanneer u de printerdriver opent vanuit een Windows-toepassing, gelden de instellingen die u opgeeft alleen voor de toepassing waarmee u op dat moment aan het werk bent. Zie De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen voor meer informatie.
Wanneer u de printerdriver opent via het menu Start, gelden de instellingen die u opgeeft voor alle toepassingen. Zie De printerdriver openen vanuit het menu Start voor meer informatie.
Zie De instellingen van de printerdriver wijzigen als u instellingen voor de printerdriver wilt controleren en wijzigen.
Opmerking:
Er zijn veel Windows-toepassingen waarvan de instellingen voorrang krijgen op die van de printerdriver, maar dit is niet bij alle Windows-toepassingen het geval. Controleer dus altijd goed of de instellingen van de printerdriver aan uw wensen voldoen.

De printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen

Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te openen vanuit een Windows-toepassing:
Opmerking:
De onderstaande illustraties hebben betrekking op het besturingssysteem Windows 2000. De onderdelen die op het scherm worden weergegeven, kunnen afwijken van de onderdelen op uw computer, maar de instructies zijn hetzelfde.
Selecteer Print Setup (Afdrukinstelling) of Print (Afdrukken) in het menu Bestand van de toepassing. Controleer in het venster Afdrukken of Afdrukinstelling of uw printer is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Name (Naam).
Klik op Printer, Setup (Instellingen), Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (De knop waarop u klikt, hangt af van de toepassing die u gebruikt. Mogelijk dient u op een combinatie van deze knoppen te klikken.) Het venster Documenteigenschappen wordt daarop weergegeven, met de tabbladen Page Setup (Pagina-instellingen) en Advanced (Windows NT® 4.0) of Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) (Windows XP en 2000) of Layout (Indeling), Paper/Quality (Papier/Kwaliteit), User Defined Paper (Aangepast papier) en Extension Settings (Geavanceerde instellingen) (Windows 7 en Vista). Deze tabbladen bevatten de instellingen voor de printerdriver.
Als u een tabblad wilt openen, klikt u op de betreffende tab boven in het venster. Zie De instellingen van de printerdriver wijzigen als u de instellingen wilt wijzigen.

De printerdriver openen vanuit het menu Start

Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te openen vanuit het menu Start:
Opmerking:
De onderstaande illustraties hebben betrekking op het besturingssysteem Windows 2000. De onderdelen die op het scherm worden weergegeven, kunnen afwijken van de onderdelen op uw computer, maar de instructies zijn hetzelfde.
Voor Windows 7:
Klik op Start en klik op Devices and Printers (Apparaten en printers).
Voor Windows Vista:
Klik op Start, Control Panel (Configuratiescherm), Hardware and Sound (Hardware en geluiden) en vervolgens op Printers.
Voor Windows 2000 of Windows NT 4.0:
Klik op Start, wijs Settings (Instellingen) aan en selecteer vervolgens Printers.
Voor Windows XP Professional:
Klik op Start en klik op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten).
Voor Windows XP Home Edition:
Klik op Start gevolgd door Control Panel (Configuratiescherm) en dan Printers and Faxes (Printers en faxapparaten).
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) (in Windows 7, Vista, XP of 2000) of Document Defaults (Standaardinstellingen voor document) (in Windows NT 4.0). Het venster Documenteigenschappen wordt weergegeven, met daarin de tabbladen Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) (Windows XP, 2000) of Page Setup (Pagina-instellingen) en Advanced (Windows NT 4.0) of Layout (Indeling), Paper/Quality (Papier/Kwaliteit), User Defined Paper (Aangepast papier) en Extension Settings (Geavanceerde instellingen) (Windows 7 of Vista). Deze tabbladen bevatten de instellingen voor de printerdriver.
Als u met de rechtermuisknop op het printerpictogram klikt en vervolgens Properties (Eigenschappen) (Windows Vista, XP, 2000 of Windows NT 4.0) of Printer Properties (Eigenschappen van printer) (Windows 7) kiest, wordt het venster Eigenschappen weergegeven, met daarin tabbladen die worden gebruikt voor de instellingen voor de printerdriver.
Opmerking:
Klik niet op Properties (Eigenschappen), ook al wordt zowel Properties (Eigenschappen) als Printer Properties (Eigenschappen van printer) weergegeven op het tabblad in Windows 7.
Als u een tabblad wilt openen, klikt u op de betreffende tab boven in het venster. Zie Instellingsmogelijkheden van de printerdriver voor informatie over het wijzigen van de instellingen.

De instellingen van de printerdriver wijzigen

De printerdriver heeft twee tabbladen waarmee u de instellingen voor de printerdriver kunt wijzigen: Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit). U kunt ook instellingen wijzigen op het tabblad Utility (Hulpprogramma) in de printersoftware. Zie Instellingsmogelijkheden van de printerdriver voor een overzicht van de beschikbare instellingen. In Windows XP/2000 kunt u ook de online Help weergeven. Klik hiertoe met de rechtermuisknop op een item in de driver en selecteer What’s this? (Wat is dit?).
Klik in het venster van de printerdriver op de knop Help.
Nadat u de instellingen voor de printerdriver hebt gewijzigd, klikt u op OK om de instellingen toe te passen of op Cancel (Annuleren) om de standaardwaarden voor de instellingen te herstellen.
Wanneer u de instellingen van de printerdriver hebt gecontroleerd en eventueel gewijzigd, bent u klaar om af te drukken.