EPSON

Standaardinstellingen van de printer

De standaardinstellingen worden gebruikt voor het aansturen van een groot aantal functies van de printer. Hoewel u deze functies vaak kunt instellen via de software of de printerdriver, moet u soms een standaardinstelling wijzigen via het bedieningspaneel van de printer, waarbij u de modus Standaardinstellingen gebruikt.

De modus Standaardinstellingen

In de volgende tabel worden de standaardinstellingen en de opties beschreven die u kunt selecteren in de modus Standaardinstellingen. De instellingen worden na de tabel uitgebreider toegelicht. Zie Standaardinstellingen wijzigen voor instructies over het wijzigen van de standaardinstellingen.
Item
Instelling / waarde *1
Page length for tractor
Lengte in inch: 3, 3.5, 4, 5.5, 6, 7, 8, 8.5, 11, 70/6, 12, 14, 17
Skip over perforation
Off, On
Auto tear-off
Off, On
Auto line feed
Off, On
Print direction
Bi-D, Uni-D, Auto
Software
ESC/P2, IBM PPDS
0 slash
0, (een nul met een schuine streep)
High speed draft
Off, On
I/F (interface) mode
Auto, Parallel, USB
Auto I/F (interface) wait time
10 seconds, 30 seconds
Parallel I/F (interface) bidirectional mode
Off, On
Packet mode
Auto, Off
Auto CR (IBM PPDS) *2
Off, On
A.G.M (IBM PPDS) *2
Off, On
Character table
Standaardversie: Italic, PC437, PC850, PC860, PC863, PC865
NLSP-versie: Italic, PC437, PC850, PC437, Greek, PC853, PC855, PC852, PC857, PC864, PC866, PC869, MAZOWIA, Code MJK, ISO 8859-7, ISO Latin 1T, Bulgaria, PC 774, Estonia, ISO 8859-2, PC 866 LAT., PC 866UKR, PC APTEC, PC708, PC720, PCAR 864, PC860, PC865, PC861, PC863, BRASCII, Abicomp, Roman8, ISO Latin 1, PC858, ISO8859-15, PC 771
International character set for italic table *3
Italic U.S.A., Italic France, Italic Germany, Italic U.K., Italic, Denmark 1, Italic Sweden, Italic Italy, Italic Spain 1
Pitch
10 cpi, 12 cpi, 15 cpi, 17 cpi, 20 cpi, Proportional
Font
Draft, Roman, Sans Serif, Courier, Prestige, Script, OCR-B, Orator, Orator-S, Script C, SV Busaba / Roman T, SV Jittra / Sans Serif H
Manual feed wait time
0.5 second, 1 second, 1.5 seconds, 2 seconds
Buzzer
Off, On
Multipart forms with cut-paper tab binding
Off, On
*1De instellingen die vet worden weergegeven zijn de standaard fabrieksinstellingen. De instellingen kunnen per land verschillen.
*2 Deze instelling is alleen beschikbaar in de IBM PPDS-emulatiemodus.
*3 De beschikbare opties hangen af van het land van aankoop.

Page length for tractor (Paginalengte voor invoermechanisme)

Met deze instelling kunt u de paginalengte (in inch) opgeven van het kettingpapier dat u hebt aangebracht in het invoermechanisme.

Skip over perforation (Perforatie overslaan)

Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer kettingpapier is geselecteerd als papierbron. Wanneer u deze functie inschakelt, wordt steeds een marge van 25,4 mm (1 inch) aangehouden tussen de laatste afgedrukte regel van de ene pagina en de eerste regel die op de volgende pagina wordt afgedrukt. Omdat de marge-instellingen van de meeste toepassingen voorrang krijgen op de instellingen van het bedieningspaneel, moet u deze instelling alleen gebruiken als u de boven- en ondermarge niet kunt instellen in de toepassing waarmee u werkt.

Auto tear off (Automatisch afscheuren)

Als automatisch afscheuren is ingeschakeld en u kettingpapier met de push-tractor gebruikt, voert de printer de papierperforatie automatisch door naar de afscheurpositie, zodat u afgedrukte pagina's gemakkelijk kunt afscheuren. Wanneer de printer de volgende afdruktaak ontvangt, wordt het ongebruikte papier automatisch teruggevoerd naar de beginpositie en wordt het afdrukken gestart. U kunt de volgende pagina dan in zijn geheel gebruiken.
Wanneer u kettingpapier gebruikt, is het aan te raden de functie voor automatisch afscheuren in te schakelen.

Auto line feed (Automatische regeldoorvoer)

Als automatische regeldoorvoer is ingeschakeld, voegt de printer aan elke code voor regelterugloop (CR) een code voor een nieuwe regel toe en wordt de afdrukpositie naar de volgende regel verplaatst. Als de printer na elke regeldoorvoer een extra regel toevoegt, selecteert u Off.

Print direction (Afdrukrichting)

Voor de afdrukrichting kunt u de opties automatische afdrukrichting (Auto), bidirectioneel afdrukken (Bi-D) of unidirectioneel afdrukken (Uni-D) selecteren. Normaal is bidirectioneel afdrukken ingesteld omdat dit sneller is. Bij unidirectioneel afdrukken is echter een nauwkeurigere verticale afdrukuitlijning mogelijk, wat handig is bij het afdrukken van afbeeldingen.
Als deze optie is ingesteld op Auto, analyseert de printer de gegevens en wordt unidirectioneel afdrukken alleen toegepast op regels waarvoor een verticale uitlijning is vereist.

Software

Als u ESC/P2 selecteert, werkt de printer in de modus EPSON ESC/P2. Als u IBMPPDS selecteert, emuleert de printer een IBM®-printer.

0 slash (0 met schuine streep)

Het nulteken bevat een schuine streep () wanneer deze functie is ingeschakeld. De nul heeft geen schuine streep (0) wanneer deze functie is uitgeschakeld. Door de schuine streep kunt u gemakkelijker onderscheid maken tussen de hoofdletter O en een nul.

High speed draft (Snel concept)

Wanneer High speed draft (Snel concept) is ingeschakeld, wordt afgedrukt met maximaal 300 cps (tekens per seconde) bij 10 cpi (tekens per inch), ofwel 360 cps bij 12 cpi. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, wordt afgedrukt met 225 cps bij 10 cpi of 270 cps bij 12 cpi.

I/F (interface)-modus

U kunt voor de interfacemodus kiezen uit Auto (automatisch), Parallel en USB. Wanneer u Auto selecteert, kiest de printer automatisch de interface die gegevens aanlevert. Die interface wordt dan gebruikt tot de afdruktaak is voltooid. Met de instelling Auto kunt u de printer gebruiken met meerdere computers zonder de interfacemodus steeds te hoeven aanpassen.
Als er maar één computer op de printer is aangesloten, kunt u gewoon Parallel, Serial of USB instellen, afhankelijk van de interface die de computer gebruikt.

Automatische I/F-wachttijd (interface)

Wanneer de interfacemodus Auto is ingeschakeld en de printer ontvangt gedurende de periode die u bij deze optie instelt geen gegevens via de op dat moment geselecteerde interface, dan kijkt de printer welke interface op dat moment gegevens ontvangt en schakelt over naar die interface. U kunt de wachttijd voor de interface instellen op 10 seconds of 30 seconds.

Parallelle bidirectionele I/F-modus (interface)

Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de parallelle interface bidirectioneel gebruikt. Schakel deze optie uit als de bidirectionele modus niet nodig is.

Packet mode (Pakketmodus)

Selecteer Auto als u vanuit Windows-toepassingen wilt afdrukken met de printerdriver op de software-cd-rom die bij de printer is geleverd. Schakel deze modus uit als u verbindingsproblemen ondervindt wanneer u afdrukt vanuit toepassingen die werken onder een ander besturingssysteem, zoals DOS.

Auto CR (Regelterugloop)

Deze instelling is beschikbaar in de modus IBMPPDS-emulatie. Als automatische regelterugloop is ingeschakeld, wordt elke LF-code (regeldoorvoer) of ESC J-code vergezeld van een code voor regelterugloop (CR). Hierdoor wordt de afdrukpositie naar het begin van de volgende regel verplaatst. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, moet u na de LF-code steeds een code voor een nieuwe regel versturen om de printkop naar de linkerkantlijn te bewegen.

A.G.M. (IBM)

Schakel de optie A.G.M. (Alternatieve grafische modus) in om ervoor te zorgen de ESC 3-, ESC A-, ESC J-, ESC K-, ESC L-, ESC Y-, ESC Z- en ESC*-opdrachten in de IBM PPDS-emulatiemodus op dezelfde manier werken als in ESC/P2-modus.
De optie A.G.M. is alleen beschikbaar in de IBM PPDS-emulatiemodus.

Character table (Tekentabel)

U kunt kiezen uit 13 tot 36 standaardtekentabellen, afhankelijk van het land van aanschaf. Zie De modus Standaardinstellingen voor meer informatie.

International character set for Italic table (Internationale tekenset voor Italic-tabel)

U kunt voor de Italic-tekentabel kiezen uit diverse internationale tekensets. Elke tekenset bevat acht tekens die afhankelijk zijn van het land of de taal, zodat u de Italic-tabel geheel naar wens kunt aanpassen.

Pitch (Tekens per inch)

U kunt voor het aantal tekens per inch kiezen uit 10, 12, 15, 17 en 20 cpi of Proportional (proportioneel).

Font (Lettertype)

U kunt kiezen uit de volgende lettertypen: Draft, Roman, Sans Serif, Courier, Prestige, Script, OCR-B, Orator, Orator-S, Script C, SV Busaba / Roman T, SV Jittra / Sans Serif H.

Manual feed wait time (Wachttijd voor handmatige invoer)

Met deze optie stelt u de wachttijd in tussen het moment waarop het papier in de papiergeleider wordt ingevoerd en het moment waarop het wordt doorgevoerd. Als het papier wordt doorgevoerd voordat u de positie naar wens hebt aangepast, kunt u de wachttijd verlengen.

Buzzer (Pieptoon)

Wanneer er een fout optreedt, laat de printer een pieptoon horen. (Zie De foutlampjes gebruiken voor meer informatie over printerfouten.) Als u niet wilt dat er een pieptoon klinkt wanneer er een fout optreedt, schakelt u deze optie uit.

Multipart forms with cut-paper tab binding (Doorslagpapier dat door persing aan elkaar is gehecht)

Schakel deze optie in wanneer u doorslagpapier gebruikt met een breedte van 4 tot 9,4 inch en waarbij de verschillende doorslagen aan weerszijden door persing aan elkaar zijn gehecht. Wanneer deze optie is ingeschakeld, zal de printkop op het moment dat papier wordt ingevoerd uit de buurt blijven van het hechtgedeelte aan de rechter- en linkerrand van het doorslagpapier. Hierdoor verloopt de invoer van papier gemakkelijker en worden papierstoringen voorkomen.

Standaardinstellingen wijzigen

Voer de volgende stappen uit om de modus Standaardinstellingen in te schakelen en de standaardinstellingen van de printer te wijzigen:
Opmerking:
Voor het afdrukken van de instructies voor het kiezen van de gewenste taal en standaardinstellingen hebt u losse vellen A4- of Letter-papier nodig of kettingpapier van minimaal 279 mm (11 inch) lang en 210 mm (8,3 inch) breed.
Als u losse vellen gebruikt, moet u telkens wanneer de printer een afgedrukt vel uitwerpt een nieuw vel papier invoeren.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de printer zit.
Houd de knoppen LF/FF en Load/Eject tegelijk ingedrukt tot u een pieptoon hoort.
Wanneer u op de knop Pause drukt, worden de huidige instellingen afgedrukt. Een onderstreping geeft de huidige standaardwaarden aan.
Selecteer een item door op de knop LF/FF of Load/Eject te drukken.
Het item en de huidige instellingen voor dat item worden door de printer afgedrukt. Telkens als u op de knop drukt schuift de lijst één item verder en worden de instellingen voor het weergegeven item afgedrukt.
Als u op de knop Pause drukt, wijzigt u de waarde en wordt de nieuwe waarde afgedrukt.
Herhaal de stappen 4 en 5. De andere items kunnen op dezelfde manier worden gewijzigd.
Houd, nadat u de gewenste instellingen hebt opgegeven, de knop Menu LF/FF en Load/Eject ingedrukt tot u een pieptoon hoort. De printer verlaat de modus Standaardinstellingen. Alle instellingen die u hebt vastgelegd, blijven van kracht tot u ze opnieuw aanpast.
Opmerking:
Als u de printer uitschakelt voordat u de modus Standaardinstellingen hebt verlaten, gaan de wijzigingen die u hebt aangebracht verloren.