|
||||||||||||||||
![]() |
Een papierbron selecterenDe printer kan afdrukken op losse vellen, kettingpapier, doorslagpapier (met één origineel en maximaal vier kopieën) en etiketten.
![]()
De printer kan overweg met diverse papiersoorten en heeft daarvoor twee papierbronnen: de papiergeleider en een speciaal invoermechanisme. De keuze van de papierbron hangt af van de papiersoort die u gebruikt. U selecteert de papierbron met de ontgrendelhendel. Zie Printeronderdelen voor meer informatie.
Papierbron en papiersoortenEr zijn grofweg twee papiersoorten en twee papierbronnen. In de volgende tabel is de relatie tussen papierbron en papiersoort aangegeven, evenals de richting waarin het papier wordt geladen in en uitgevoerd uit de printer.
* Kettingpapier kan ook kettingpapier met etiketten en doorslagpapier zijn.
** Losse vellen kunnen ook vellen met etiketten en doorslagpapier zijn.
De ontgrendelhendel voor het papier instellenMet de ontgrendelhendel voor het papier kiest u de manier waarop papier wordt ingevoerd in de printer. De ontgrendelhendel heeft twee standen:
![]() ![]() ![]()
| ![]() |
||||||||||||||