De menuselectie verschilt per printermodel.
Druk voor modellen met een aanraakscherm rechtstreeks op het printerdisplay.
Gebruik op modellen zonder aanraakscherm de pijlen om items te selecteren. Druk vervolgens op OK.
Zorg ervoor dat de printer aanstaat en gebruiksklaar is.
Ga naar de printer en open het menu voor het instellen van Wi-Fi op een van de volgende manieren, afhankelijk van uw printer.
Selecteer .
Selecteer Wi-Fi instellen.
Tik op en vervolgens op Menu.
Open het menu voor het instellen van Wi-Fi Direct op een van de volgende manieren, afhankelijk van uw printer.
Selecteer Wi-Fi Direct Routerloze inst./Wi-Fi Direct instellen.
Selecteer Wi-Fi Direct Routerloze inst./Wi-Fi Direct instellen en vervolgens Verbinding instellen.
Volg de aanwijzingen op het printerdisplay en druk vervolgens op Doorgaan of OK.
OPMERKING:
Als uw printer al verbinding heeft met een draadloos netwerk en uw apparaat ondersteunt Wi-Fi Direct, sla stap 5 en 6 dan over.
Controleer de SSID die op het printerdisplay wordt weergegeven.
Als de SSID niet wordt weergegeven, druk dan op OK of en zoek de SSID op uw computer of apparaat en selecteer deze SSID.
Voer het weergegeven wachtwoord in in de Wi-Fi-instellingen van uw computer of apparaat. Als het niet wordt weergegeven op het printerdisplay, druk dan op .
Voltooi het instellen van Wi-Fi.
Klik op de volgende koppeling om een Wi-Fi Direct-verbinding te controleren.
OPMERKING:
U kunt het wachtwoord wijzigen met Wachtwoord wijzigen of Wachtwoord. Druk (afhankelijk van het model) op om het scherm voor het wijzigen van het wachtwoord te openen.