De menuselectie verschilt per printermodel.
Druk voor modellen met een aanraakscherm rechtstreeks op het printerdisplay.
Gebruik op modellen zonder aanraakscherm de pijlen om items te selecteren. Druk vervolgens op OK.
Zorg ervoor dat de printer aanstaat en gebruiksklaar is.
Ga naar de printer en open het menu voor het instellen van Wi-Fi op een van de volgende manieren, afhankelijk van uw printer.
Selecteer .
Selecteer Wi-Fi instellen.
Tik op /, Instellen en vervolgens op Wi-Fi instellen.
Selecteer Instellingen pincode (WPS)/Pincode (WPS).
Voer de pincode die u op het printerdisplay ziet in in de software van de draadloze router (het toegangspunt) en druk vervolgens op Doorgaan of OK.
Wanneer een bericht over de voltooiing wordt weergegeven, druk dan op OK om het instellen van Wi-Fi te voltooien.
OPMERKING:
Klik op de volgende koppeling als het instellen van Wi-Fi is mislukt.
Klik op de volgende koppeling als u de Wi-Fi-verbinding wilt controleren.