 |
Algemeen
Toont de algemene instellingen van het apparaat zoals hieronder wordt beschreven.
 Opmerking:
Bij sommige apparaten wordt dit menu niet weergegeven.
|
Standaardinstellingen1
Parameter
|
Uitleg
|
Slaaptimer/Tijd slaapstand
|
Geeft aan na hoeveel tijd de printer op de stand-bymodus overschakelt.
|
Time-out van interface
|
Geeft aan na hoeveel tijd (seconden) de time-out intreedt. De time-outtijd wordt berekend van het moment waarop de gegevensontvangst wordt onderbroken tot het moment waarop deze wordt hervat.
|
Papierbron
|
Geeft aan of het papier vanuit de MP-lade, de MP-cassette of de onderste papiercassette in de printer wordt geladen. Als u Automatisch selecteert, wordt het papier ingevoerd uit de papierbron waarin zich het papier bevindt dat overeenkomt met het ingestelde papierformaat.
|
Prioriteit MP-cassette
|
Deze instelling bepaalt of de MP-cassette de hoogste of laagste prioriteit heeft wanneer Automatisch geselecteerd is als instelling voor Papierbron in de printerdriver.
|
Dubbelzijdig afdrukken
|
Schakelt dubbelzijdig printen in of uit.
|
Bindrichting
|
Geeft de bindrichting van de afdruk aan.
|
Papiertype
|
Geeft aan op welk type papier wordt afgedrukt.
|
Paginazijde
|
Geeft de zijde van het papier aan wanneer handmatig dubbelzijdig wordt afgedrukt.
|
Lege pagina's overslaan
|
Laat u toe om lege pagina's over te slaan tijdens het afdrukken.
|
Papier automatisch uitvoeren
|
Geeft aan of het papier al dan niet automatisch uitgeworpen wordt.
|
Formaat negeren
|
Selecteer Aan als u papierformaatfouten wilt negeren.
|
Automatisch doorgaan
|
Wanneer u deze instelling inschakelt, gaat de printer enige tijd nadat een fout is opgetreden automatisch door met afdrukken, bijvoorbeeld bij Papierfmt, Afdrukoverloop of Geheugenoverloop. Wanneer deze optie uitgeschakeld is, moet u op de knop Start/Stop drukken om het afdrukken te hervatten.
|
Paginafout voorkomen
|
Wanneer er ingewikkelde gegevens afgedrukt worden (gegevens die veel tekst of grafische elementen bevatten), kan er een paginafout optreden omdat de afdruksnelheid groter is dan de verwerkingssnelheid van de afbeelding. Als u deze paginafout wilt voorkomen, zet u de instelling Paginafout voorkomen op Aan.
|
Automatisch omschakelen A4/LT
|
Geeft het papierformaat aan waarnaar de printer automatisch schakelt als het toegewezen papier niet in de printer wordt geladen.
|
Converteren in zwart-wit
|
Hiermee kunt u in zwart-wit afdrukken wanneer de kleurentoner op is.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Standaardinstellingen2
Parameter
|
Uitleg
|
LCD-contrast
|
Past het contrast van het lcd-scherm aan. U kunt het contrast instellen tussen de waarden 0 (laagste contrast) en 15 (hoogste contrast).
|
Zwart-witbeeld omgekeerd
|
Keert de zwarte en witte kleuren op het lcd-scherm om.
|
Displayverlichting
|
Hiermee kunt u de verlichting van het lcd-scherm instellen.
|
Bevestigingsgeluid
|
Geeft aan of het apparaat een geluid maakt wanneer een knop op het bedieningspaneel wordt ingedrukt.
|
Afsluitgeluid
|
Geeft aan of het apparaat een geluid maakt wanneer een handeling is voltooid.
|
Waarschuwingsgeluid
|
Geeft aan of het apparaat een geluid maakt wanneer er een fout optreedt.
|
RAM-schijf
|
Geeft het formaat aan van de RAM-schijf die beschikbaar is voor de wachtwoordfunctie tijdens het afdrukken.
|
Uit
|
De wachtwoordfunctie kan niet worden gebruikt.
|
Normaal
|
50 procent van de extra RAM-schijfcapaciteit kan worden gebruikt.
|
Maximum
|
De hele extra RAM-schijfcapaciteit kan worden gebruikt.
|
Converteren in simplex
|
Wanneer bij dubbelzijdig afdrukken de laatste pagina van het document een oneven nummer is, schakelt de printer voor de laatste pagina over naar simplex afdrukken om verbruik van fotoconductor en toner te verminderen.
|
Afdrukmateriaal bevestigen
|
Hier kunt u instellen of er een foutbericht wordt weergegeven wanneer het type papier dat is opgegeven in de driver, en het type papier dat is ingesteld voor de papierbron, niet met elkaar overeenkomen. Selecteer Aan om het foutbericht weer te geven en het afdrukken stop te zetten. Selecteer Uit om het afdrukken voort te zetten met andere driverinstellingen.
|
Datum
|
Geeft de datum weer van het apparaat. Klik op de knop Wijzigen om de instelling te wijzigen.
|
Tijd
|
Geeft de tijd weer van het apparaat. Klik op de knop Wijzigen om de instelling te wijzigen.
|
Tijdzone
|
Geeft de tijdzone weer van het apparaat. Klik op de knop Wijzigen om de instelling te wijzigen.
|
Tijdverschil
|
Geeft het tijdverschil weer dat in het apparaat wordt gebruikt. Klik op de knop Wijzigen om de instelling te wijzigen.
|
Datumnotatie
|
Geeft aan in welke indeling de datum op het scherm wordt weergegeven. De letters DD, MM en YY duiden respectievelijk de dag, de maand en het jaar aan.
|
Taakinfo
|
Toont het patroon voor de taakinfo die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Energiebesparing
Parameter
|
Uitleg
|
Voorverwarming inschakelen
|
Hiermee wordt voorverwarming ingeschakeld.
|
Tijd tot voorverwarming
|
Hiermee kunt u instellen na hoeveel tijd voorverwarming wordt gestart.
|
Diepe slaapstand inschakelen
|
Hiermee wordt de diepe slaapstand ingeschakeld wanneer u naar de slaapstand overschakelt.
|
Tijd tot slaapstand
|
Hiermee kunt u instellen na hoeveel tijd de slaapstand wordt ingeschakeld.
|
Uitschakeltimer inschakelen
|
Hiermee schakelt u de uitschakeltimer in.
|
Tijd tot uitschakelen/Uitschakeltimer (uitschakelen indien inactief)
|
Hiermee kunt u instellen na hoeveel tijd de printer uitgeschakeld moet worden.
|
Uitschakelen activeren bij verbroken verbinding
|
Hiermee gaat het apparaat automatisch uit wanneer er geen verbinding meer is met de externe interface.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Timerinstelling inschakelen
|
Schakelt de instellingen voor de gebruikstijd van het apparaat in. Wanneer deze instelling wordt ingeschakeld, wordt de uitschakeltimer uitgeschakeld.
|
Start
|
Geeft de begintijd voor apparaatbewerkingen aan.
|
Stop
|
Geeft de eindtijd voor apparaatbewerkingen aan.
|
Dag
|
Geeft de dag voor apparaatbewerkingen aan.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Instellingen USB-host
Parameter
|
Uitleg
|
USB-interface
|
Activeert of deactiveert de USB-hostinterface.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
USB-instellingen
Parameter
|
Uitleg
|
USB-interface
|
Activeert of deactiveert de USB-interface.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
E-mailserver
 Opmerking:
Het scherm Instellingen e-mailserver wordt weergegeven volgens het model.
|
Parameter
|
Uitleg
|
Verificatiemethode
|
Geeft aan welke verificatiemethode wordt gebruikt om verbinding te maken met de e-mailserver.
|
Verificatieaccount
|
Voer de accountgegevens in voor verificatie van de e-mailserver. Voer maximaal 30 of 255 alfanumerieke tekens in. Het aantal tekens dat u kunt invoeren, verschilt per apparaat.
|
Verificatiewachtwoord
|
Voer het wachtwoord in voor de verificatie van de e-mailserver (tot 20 tekens).
|
Adres afzender
|
Voer het e-mailadres in van de afzender (tot 64 tekens).
|
Adres SMTP-server
|
Voer het adres in van de SMTP-server (maximaal 50 tekens).
|
Poortnummer SMTP-server
|
Voer het poortnummer in voor de SMTP-server (tussen 1 en 65535).
|
Beveiligde SMTP-verbinding
|
Selecteer de codeermethode voor de SMTP-verbinding.
|
Certificaatvalidatie
|
Schakelt certificaatvalidatie in of uit die wordt gebruikt voor de verificatie van een veilige verbinding tussen de mailserver en het apparaat.
|
Adres POP3-server
|
Voer het adres in van de POP3-server (maximaal 50 tekens).
|
Poortnummer POP3-server
|
Voer het poortnummer in voor de POP3-server (tussen 1 en 65535). Dit onderdeel is alleen ingeschakeld wanneer POP voor SMTP geselecteerd is voor Verificatiemethode.
|
Verbindingstest
|
Controleert de verbinding met de e-mailserver.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Printer resetten
Parameter
|
Uitleg
|
Waarschuwing wissen: de knop Uitvoeren
|
Wist de waarschuwingsboodschappen voor fouten, behalve de waarschuwingen voor verbruiksgoederen en onderdelen die aan vervanging toe zijn.
|
Resetten: de knop Uitvoeren
|
Stopt het afdrukken en verwijdert de huidige opdracht die door de actieve interface werd verstuurd. U wordt aangeraden de printer te resetten wanneer er een probleem is met de afdrukopdracht en de printer deze niet correct kan voltooien.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Taal
Parameter
|
Uitleg
|
Taal
|
Geeft aan welke taal wordt gebruikt op het lcd-scherm.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Datum/tijd
 Opmerking:
Het scherm Tijd wordt weergegeven volgens het model.
|
Parameter
|
Uitleg
|
Datum
|
Toont de datuminstelling voor het apparaat.
|
Tijd
|
Toont de tijdinstelling voor het apparaat.
|
Datumnotatie
|
Hiermee selecteert u een van de volgende datumnotaties: [yyyy.mm.dd], [mm.dd.yyyy] of [dd.mm.yyyy]. Klik op Wijzigen en stel vervolgens de notatie in.
|
Tijdnotatie
|
Hiermee selecteert u een van de volgende tijdnotaties: [12-uurs] of [24-uurs]. Klik op Wijzigen en stel vervolgens de notatie in.
|
Zomertijd
|
Hiermee schakelt u zomertijd in of uit. Klik op Wijzigen en stel vervolgens de notatie in.
|
Knop Wijzigen
|
Hiermee opent u een scherm waar u de instellingen kunt wijzigen.
|
Instellingen tijdserver
|
Hiermee activeert u de tijdserverinstellingen.
|
Adres tijdserver
|
Hiermee stelt u het adres van de tijdserver in. U kunt een IPv4-adres, IPv6-adres, hostnaam of FQDN-naam (2 tot 252 bytes) invoeren.
|
Tijdverschil
|
Hiermee stelt u het tijdsverschil met de tijdserver in. Selecteer waarden voor +/-, uren en minuten.
|
Update-interval
|
Hiermee kunt u afdrukgegevens die tijdelijk werden opgeslagen op het apparaat, opeenvolgend verwijderen
|
Status tijdserver
|
De statusinformatie van de tijdserver.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Bedieningspaneel
Parameter
|
Uitleg
|
Taal
|
Hiermee stelt u een taal voor het apparaatpaneel in.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Time-out
Parameter
|
Uitleg
|
Time-out interface
|
Hiermee stelt u de tijd voor de taaktime-out in. De instellingen kunnen per model verschillen. Klik op Wijzigen en stel in het dialoogvenster de waarden in. U kunt de tijd rechtstreeks invoeren, afhankelijk van het model.
|
Knop Wijzigen
|
Klik op deze knop om een scherm te openen waar u de instellingen kunt wijzigen.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Externe interface
 Opmerking:
Het scherm USB wordt weergegeven volgens het model.
|
Parameter
|
Uitleg
|
Interface USB-apparaat
|
Hiermee activeert of deactiveert u de USB-apparaatinterface.
|
Interface USB-host
|
Hiermee activeert of deactiveert u de USB-hostinterface.
|
NFC
|
Selecteer dit om NFC te activeren of te deactiveren.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Energiebesparing
Parameter
|
Uitleg
|
Slaapstand
|
Geef aan na hoeveel tijd het apparaat op de (energiebesparende) slaapstand overschakelt. Als u Uit selecteert, gaat het apparaat niet in de slaapstand.
|
Uitschakeltimer
|
Geef aan na hoeveel tijd het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. Selecteer Uit om de uitschakeltimer te deactiveren.
|
Uitschakeltimer/Uitschakeltimer (uitschakelen indien inactief)
|
Geef aan na hoeveel tijd het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. De instellingstijd verschilt per apparaat.
|
Uitschakelen activeren bij verbroken verbinding
|
Hiermee gaat het apparaat automatisch uit wanneer er geen verbinding meer is met de externe interface.
|
Timer energiebesparing
|
Geef aan na hoeveel tijd het apparaat automatisch op de energiebesparingsmodus moet overschakelen. De instellingstijd verschilt per apparaat.
|
Knop Verzenden
|
Hiermee geeft u de instellingen door aan het apparaat.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Contacten
Parameter
|
Uitleg
|
Knop Weergeven
|
Toont de lijst van geregistreerde bestemmingen. U kunt de lijst filteren en sorteren.
|
Knop Bewerken
|
Hiermee geeft u het scherm weer waar u de contactgegevens kunt bewerken.
|
Knop Alles verwijderen
|
Verwijdert alle bestemmingen.
|
Knop Bladeren
|
Toont het scherm waar u het bestand dat u wilt importeren, kunt selecteren.
|
Wachtwoord
|
Stel het wachtwoord in voor de bestandsset bij het exporteren. U moet het wachtwoord invoeren als u Alle items exporteren selecteert in Items exporteren.
|
Knop Importeren
|
Hiermee importeert u een bestand met contactpersonen.
|
Items exporteren
|
Selecteer het exportitem.
|
Knop Wachtwoord
|
Toont het scherm waar u het wachtwoord kunt instellen voor het bestand dat u wilt exporteren. U moet het wachtwoord invoeren als u Alle items exporteren selecteert in Items exporteren.
|
Knop Exporteren
|
Exporteert het bestand met de contactenlijst.
|
Contacten (weergave)
Parameter
|
Uitleg
|
Filter
|
Filter de contacten volgens criteria zoals Type of Groep. Klik op Wissen om de eerste weergave te tonen.
|
Zoeken
|
Zoek de bestemmingen van de contacten volgens criteria, zoals Naam en Adres. Klik op Wissen om de eerste weergave te tonen.
|
Contacten
|
Toont de bestemmingen die overeenkomen met de criteria van Filter en Zoeken. Dubbelklik op het item in de lijst om de gedetailleerde informatie weer te geven. Klik bovenaan in de kolom van contacten om te sorteren volgens de informatie van de kolom.
|
Knop OK
|
Sluit het scherm.
|
Contacten (bewerken)
Parameter
|
Uitleg
|
Aantal items in contacten
|
Selecteer het aantal bestemmingsadressen dat is weergegeven in de lijst met contacten. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
|
Contacten
|
Toont de lijst met contacten die u bewerkt. De lijst met contacten kan meerdere pagina's bevatten, afhankelijk van de waarde in Aantal items in contacten. Als u de bestemming niet kunt vinden in de lijst met contacten, klikt u op de knoppen <<, <, > of >> of wijzigt u de waarde in n/m om de pagina te wijzigen.
|
Adres bewerken
|
Hiermee geeft u het scherm weer waar u de bestemming kunt bewerken.
|
Knop Groep bewerken
|
Hiermee geeft u een scherm weer waar u de groep kunt bewerken.
|
Knop Verwijderen
|
Hiermee verwijdert u de geselecteerde bestemming of groep.
|
Knop <<
|
Brengt u naar de eerste pagina in de contacten.
|
Knop <
|
Brengt u naar de vorige pagina in de contacten.
|
Knop >
|
Brengt u naar de volgende pagina in de contacten.
|
Knop >>
|
Brengt u naar de laatste pagina in de contacten.
|
n/m |
n is de pagina in de lijst met contacten en m is het aantal pagina's in deze lijst. Wijzig de waarde van n om de pagina te wijzigen.
|
Knop OK
|
Sluit het scherm.
|
Adresgegevens bewerken
Parameter
|
Uitleg
|
Nummer
|
Het geregistreerde nummer voor de bestemming die u bewerkt.
|
Indexwoord
|
Voer het indexwoord in dat u wilt gebruiken bij het zoeken.
|
Type
|
Selecteer het type bestemming dat u wilt bewerken. U kunt Post, Map of Faxen.
|
Wanneer Post is geselecteerd als Type
Parameter
|
Uitleg
|
E-mailadres
|
Voer het e-mailadres in.
|
Groepen die dit adres bevatten
|
Toont de lijst van groepen die deze bestemming bevatten.
|
Knop Bewerken
|
Hiermee geeft u het scherm weer waar u de groep die deze bestemming bevat, kunt instellen.
|
Wanneer Map is geselecteerd als Type
Parameter
|
Uitleg
|
Bestandsdeling
|
Stelt het communicatieprotocol in dat wordt gebruikt voor het verzenden naar de bestemming.
|
Pad naar map (SMB)
|
Voer het pad in voor de bestemming.
|
Pad naar map (FTP)
|
Voer het pad in voor de bestemming.
|
Verificatienaam
|
Voer de verificatienaam in die wordt gebruikt voor het verifiëren van de bestemming.
|
Anonieme naam
|
Hiermee gebruikt u een anonieme naam voor clientverificatie.
|
Geverifieerd wachtwoord
|
Voer het verificatiewachtwoord in dat wordt gebruikt voor het verifiëren van de bestemming.
|
Poortnummer
|
Voer het poortnummer in voor FTP.
|
Verbindingsmodus
|
Selecteer de verbindingsmodus voor FTP.
|
Wanneer Faxen is geselecteerd als Type
Parameter
|
Uitleg
|
Faxnummer
|
Voer het faxnummer in.
|
Faxsnelheid
|
Selecteer de faxcommunicatiemodus.
|
Subadres
|
Stelt de identificatiegegevens in voor het apparaat (fax).
|
Wachtwoord subadres
|
Voer het wachtwoord in dat wordt gebruikt voor het verifiëren van Subadres.
|
Groepen die dit adres bevatten
|
Toont de lijst van de groepen die deze bestemming bevatten.
|
Knop Bewerken
|
Hiermee geeft u het scherm weer waar u de groep die deze bestemming bevat, kunt instellen.
|
Dit adres toevoegen aan "Frequent gebruik"
|
Selecteer dit om deze bestemming toe te voegen aan Frequent gebruikt adres zodat u het gemakkelijk kunt vinden na de registratie.
|
Knop OK
|
Hiermee worden de instellingen bewaard.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Groep bewerken
Parameter
|
Uitleg
|
Nummer
|
Het geregistreerde nummer voor de groep die u bewerkt.
|
Indexwoord
|
Voer het indexwoord in dat u wilt gebruiken bij het zoeken.
|
Type
|
Selecteer het type bestemming dat u wilt bewerken. U kunt Groep(E-mail) of Groep(Faxen).
|
Adres
|
Toont de lijst van bestemmingen die in de groep zijn opgenomen.
|
Knop Bewerken
|
Toont het scherm waar u bestemmingen kunt instellen die moeten worden opgenomen in de groep.
|
Knop OK
|
Hiermee worden de instellingen bewaard.
|
Knop Annuleren
|
Hiermee annuleert u eventuele wijzigingen.
|
Resultaten bestandsverificatie
Parameter
|
Uitleg
|
Knop Details
|
Toont gedetailleerde informatie voor de fout die is opgetreden bij het laden van het bestand.
|
Geïmporteerde informatie
|
Toont de informatie die is opgenomen in het bestand.
|
Knop De geladen informatie bewerken
|
Toont het bewerkingsscherm.
|
Knop Meer bestanden laden
|
Hiermee geeft u het scherm weer waar u nog een bestand kunt laden. Geïmporteerde informatie wordt overschreven met de informatie in het bestand dat u laadt.
|
Knop Importeren
|
Importeert met de informatie in Geïmporteerde informatie.
|
Knop Annuleren
|
Annuleert het importeren.
|
|  |