Geavanceerde scanopties / Afbeeldingen optimaliseren in de manuele modus

Kleuren aanpassen

De instelling Grijsbalans aanpassen
De instelling Verzadiging aanpassen
Werken met de toonkromme
Uw eigen toonkromme aanpassen

De kleuren mogen pas worden aangepast wanneer u de helderheid en het contrast hebt vastgelegd. Kleuren moeten in de hier beschreven volgorde worden aangepast.

De instelling Grijsbalans aanpassen

Met Grijsbalans kunt u de tint van een bepaalde kleur opheffen.

Klik op de knop Kleuraanpassing in het venster van de manuele modus. Het dialoogvenster Kleuraanpassing wordt weergegeven.

Opmerking:
De knop Kleuraanpassing wordt grijs weergegeven en deze instellingen kunnen dus niet worden gebruikt wanneer Pixeldiepte is ingesteld op 14-bit grijs, 8-bit grijs of Zwart-wit.

Klik in het dialoogvenster Kleuraanpassing op de oogdruppelaarknop onder Grijsbalans.

De muisaanwijzer verandert in een oogdruppelaar waarvan de bewegingsvrijheid is beperkt tot het Voorbeeldscan-venster.

Opmerking:
Als u de oogdruppelaar niet meer wilt gebruiken, drukt u op de ESC-toets op uw toetsenbord.

Plaats de oogdruppelaar op de plaats met de kleur waarvan u de grijsbalans wilt aanpassen en klik eenmaal.

De geselecteerde kleur verschijnt in de twee vakken onder de schuifbalk Grijsbalans.

Om de grijswaarde van de geselecteerde kleur aan te passen, verplaatst u de schuifbalk naar links of rechts of typt u een waarde in het tekstvak.

ingesteld op 100

U kunt een waarde instellen tussen 0 en 100. Wanneer u de waarde wijzigt, merkt u onmiddellijk de kleurveranderingen in het rechtervak. De wijzigingen zijn ook terug te vinden op de afbeelding in het Voorbeeldscan-venster.

Opmerking:
Klik op Annuleren om de oorspronkelijke waarden te herstellen.


[Boven]

De instelling Verzadiging aanpassen

Verzadiging heeft betrekking op de dichtheid van een kleur. Een grote verzadiging zorgt voor felle kleuren, een kleine verzadiging voor matte kleuren.

originele afbeelding

ingesteld op 50

Ga als volgt te werk om Verzadiging aan te passen.

Klik op de knop Kleuraanpassing in het venster van de manuele modus.

Verplaats de schuifbalk Verzadiging naar links of rechts, of voer een waarde in tussen -100 (laagste kleurdichtheid) en 100 (hoogste kleurdichtheid).


[Boven]

Werken met de toonkromme

Met de toonkromme kunt u op een veelzijdige manier de intensiteit van de gescande kleuren aanpassen. Door aanpassing van de donkere partijen, middentonen en de lichte partijen creëert u een evenwichtig gekleurde afbeelding.

Opmerking:
  • Het gebruik van de toonkromme wordt aangeraden om zeer fijne aanpassingen door te voeren nadat u in het Voorbeeldscan-venster de afbeelding hebt bekeken en u de donkere en lichte partijen hebt aangepast met behulp van de Automatische belichting en het dialoogvenster Beeldbewerking. Het is echter niet wenselijk om de basisinstellingen vast te leggen met behulp van de toonkromme.
  • De knop Tooncorrectie wordt grijs weergegeven en is dus niet beschikbaar wanneer Pixeldiepte is ingesteld op Zwart-wit en Halftoon is ingesteld op Geen, of wanneer Zwart-witoptie is ingesteld op Text Enhancement Technology in het dialoogvenster Beeldtype.

De toonkromme bevindt zich in het dialoogvenster Tooncorrectie. U opent dit dialoogvenster door in het venster van de manuele modus op de knop Tooncorrectie te klikken. In het volgende gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de verschillende elementen in het dialoogvenster Tooncorrectie de gewenste effecten bereikt.

Naam toonkromme

In de keuzelijst Naam toonkromme kunt u een voorgedefinieerde toonkromme selecteren. De lijst bevat zes voorgedefinieerde toonkrommen, die in de onderstaande tabel worden beschreven. Daarnaast kunt u eigen krommen aan de lijst toevoegen volgens de procedure die wordt beschreven in het volgende gedeelte, Uw eigen toonkromme opslaan.

Naam kromme

Lichten

1/4 toon

Middentoon

3/4 toon

Schaduwen

Omschrijving

Lineair

245

192

128

64

8

Standaardkromme

Verhelderen

245

193

133

74

4

Maakt donkere afbeelding helderder

Verdonkeren

245

152

82

38

11

Maakt heldere afbeelding donkerder

Weinig contrast

245

182

129

72

2

Verlaagt het contrast

Veel contrast

245

204

129

51

2

Verhoogt het contrast

Schaduwen ophelderen

245

193

129

80

5

Maakt donkere schaduwen helderder

Wanneer u een kromme selecteert in de keuzelijst Naam toonkromme, veranderen de instellingen in het dialoogvenster Tooncorrectie dienovereenkomstig.

Kanalen

Klik op een keuzerondje onder Kanalen om de kleur te selecteren waarvan u de toonkromme wilt aanpassen. Wanneer u het hoofdkanaal bovenaan selecteert, hebben uw aanpassingen een weerslag op alle drie de kleuren. Selecteert u een van de andere kanalen, dan hebben uw aanpassingen uitsluitend een weerslag op rood, groen of blauw.

Opmerking:
Als Pixeldiepte is ingesteld op Zwart-wit, 14-bit grijis of 8-bit grijis in het dialoogvenster Beeldtype, kunt u alleen het gecombineerde RGB-kanaal kiezen.

Toonkromme-editor

Wanneer u de muisaanwijzer in de toonkromme-editor plaatst, verandert de aanwijzer in een vinger. Hiermee kunt u de vijf punten van de kromme verslepen en zo de vorm van de kromme wijzigen. De x-as van de kromme vertegenwoordigt de helderheid van de originele afbeelding (inputwaarden) terwijl de y-as de helderheid van de gescande afbeelding voorstelt (outputwaarden).

Als u de toonkromme in zijn oorspronkelijke vorm wilt herstellen, selecteert u Lineair in de keuzelijst Naam toonkromme.

Outputwaarden

Dit zijn de huidige waarden van de outputgegevens overeenkomstig de huidige positie van de punten binnen de toonkromme-editor. Deze waarden veranderen wanneer u de punten in de toonkromme-editor versleept. U kunt ook een waarde typen en zo de vorm van de toonkromme wijzigen. U kunt kiezen uit een waarde tussen 0 en 255.

Opmerking:
  • Links naast de naam van elke outputwaarde bevindt zich een selectievakje. Lichten en Schaduwen zijn standaard geselecteerd. De selectievakjes 1/4 toon, Middentoon en 3/4 toon kunt u selecteren door erop te klikken.
  • De punt van een niet-geselecteerde waarde wordt in de toonkromme-editor automatisch verplaatst wanneer een van de andere waarden wordt verplaatst. Op die manier behoudt de toonkromme haar ononderbroken karakter.
  • Wanneer het selectievakje van een waarde geactiveerd is, betekent dit dat de punt vastligt en stationair blijft wanneer andere punten worden verplaatst.

De knoppen Opslaan, Verwijderen, OK, Annuleren en Help

Zodra u de tooncorrectie hebt uitgevoerd, typt u in de lijst Naam toonkromme een naam voor uw persoonlijke instellingen en klikt u vervolgens op Opslaan.

Als u een instelling wilt verwijderen, selecteert u de betreffende naam in de lijst Naam toonkromme en klikt u vervolgens op Verwijderen.

Als u de huidige instellingen van het dialoogvenster Tooncorrectie wilt toepassen en het dialoogvenster wilt sluiten, klikt u op OK.

Als u de bewerking wilt annuleren en het dialoogvenster wilt sluiten, klikt u op Annuleren.

Als u de on line-Help wilt openen, klikt u op Help.


[Boven]

Uw eigen toonkromme aanpassen

Uw eigen toonkromme opslaan

Ga als volgt te werk om een naam te geven aan een zelfgemaakte toonkromme die u wilt opslaan voor later gebruik:

Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen van de toonkromme. De naam in de keuzelijst Naam toonkromme verandert hierdoor in Gebruikersgedefinieerd.

Zodra de toonkromme naar wens is, typt u een naam (maximaal 32 tekens) in de keuzelijst.

Klik op Opslaan om de instellingen onder de opgegeven naam op te slaan.

Een persoonlijke toonkromme verwijderen

Ga als volgt te werk om een persoonlijke toonkromme te verwijderen. De zes voorgedefinieerde toonkrommen kunt u niet verwijderen.

Selecteer in de keuzelijst Naam toonkromme de persoonlijke toonkromme die u wilt verwijderen.

Klik op Verwijderen.

In het dialoogvenster dat verschijnt klikt u op Ja om het verwijderen van de kromme te bevestigen.


[Boven]


Vorige

Volgende