Uitgebreid scannen / De instellingen van de manuele modus aanpassen

Configuratie-instellingen vastleggen

Het tabblad Voorbeeldscan
Het tabblad Kleur
Het tabblad Andere

Wanneer u in het venster van de manuele modus op de knop Configuratie klikt, wordt het dialoogvenster Configuratie geopend. Hierin kunt u tal van configuratie-instellingen aanpassen voor het Voorbeeldscan-venster, de voorbeeldscan en de kleuraanpassing.

Het tabblad Voorbeeldscan

Op het tabblad Voorbeeldscan kunt u enkele basisinstellingen vastleggen voor de eigenschappen van het Voorbeeldscan-venster.

Automatische voorbeeldscan

Wanneer EPSON TWAIN wordt gestart, wordt automatisch een voorbeeldscan gemaakt.

Snelle voorbeeldscan

De voorbeeldscan wordt extra snel geladen. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de voorbeeldscan gemaakt in de modus Concept. Is deze optie niet geselecteerd, dan wordt de voorbeeldscan gemaakt in de modus Optimaal. Hierin kunt u met behulp van de oogdruppelaar nauwkeurige waarden aangeven voor Lichten, Schaduwen en Grijstinten.

Dit selectievakje kan alleen worden gebruikt wanneer Documentbron op Glasplaat staat.

Gebruik deze optie niet (schakel het selectievakje dus niet in) wanneer kwaliteit belangrijker is dan snelheid.

Opmerking:
Dit selectievakje wordt grijs weergegeven en is daardoor niet beschikbaar wanneer Documentbron is ingesteld op transparante materialen (TPU: negatieven, TPU: monochr. negatieven of TPU: positieven).

Opmerking voor gebruikers van de Perfection 1260 en 1260 Photo:
Deze functie wordt grijs weergegeven en is niet beschikbaar.

Automatisch miniatuurvoorbeeld voor film

Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het miniatuurvoorbeeld weergegeven wanneer u Documentbron instelt op TPU: negatieven, TPU: monochr. negatieven of TPU: positieven en vervolgens op de knop Volledige voorbeeldscan klikt.


[Boven]

Het tabblad Kleur

Wanneer u op het tabblad Kleur klikt, krijgt u de beschikking over een aantal instellingen voor de kleur.

Op dit tabblad kunt u allerlei instellingen vastleggen voor de aanpassing en het beheer van de kleuren. Kies de gewenste instelling uit de volgende lijst.

Instelling

Selecteren

Kleurencontrole
(standaardinstelling)

Wanneer u geen kleurbeheersysteem gebruikt met EPSON TWAIN

ICM (voor Windows) of ColorSync (voor Macintosh)

Wanneer u profielen voor kleurbeheer wilt gebruiken met EPSON TWAIN

Geen kleurencorrectie

Wanneer u een kleurprofiel wilt maken met een apparaat voor kleurkalibratie

Kleurencontrole

Met Kleurencontrole kunt u instellingen vastleggen voor het gamma van uw monitor en de manier waarop de functie Automatische belichting werkt.

Schermgamma

U kunt de gammawaarde van uw monitor aanpassen door een waarde in te voeren in het vak Schermgamma of door te klikken op de pijlen naast het vak. U kunt kiezen uit waarden van 1,0 tot 3,0 in stappen van 0,1. De standaardinstelling is 1,8.

De instelling bij Schermgamma bepaalt ook wat de invloed is van een klik op de knop Automatische belichting op de instelling Gamma.

Opmerking:
Wanneer u een voor PRINT Image Matching geschikte toepassing gebruikt, zoals Scan to Web of Scan to P.I.M. File in EPSON Smart Panel, kunt u de gammawaarde niet wijzigen in het vak Schermgamma.

Continue automatische belichting

Schakel dit selectievakje in als u wilt dat de functie Automatische belichting altijd wordt ingeschakeld wanneer u op de knop Volledige voorbeeldscan klikt, het formaat van de voorbeeldscan wijzigt met de zoomfunctie, een selectiekader maakt of het formaat of de lokatie van het selectiekader wijzigt.

Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, wordt Automatische belichting alleen actief wanneer u in het venster van de manuele modus op de knop Automatische belichting klikt.

Opmerking:
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer Kleurencontrole geselecteerd is.

ICM (voor Windows) of ColorSync (voor Macintosh)

Selecteer deze optie om de kleuren in uw afbeelding weer te geven op basis van het beschikbare kleurbeheersysteem van uw computer: ICM voor Windows of ColorSync voor Macintosh. Wanneer u deze optie selecteert, kunt u voor uw scanner een kleurprofiel kiezen in de keuzelijst Bron (Scanner) en voor uw monitor of uitvoerapparaat (zoals een printer) in de keuzelijst Doel. Na het scannen wordt de afbeelding op basis van deze instellingen omgezet en doorgestuurd naar de betreffende toepassing.

Opmerking:
  • Wanneer u een voor PRINT Image Matching geschikte toepassing gebruikt, zoals Scan to Web of Scan to P.I.M. File in EPSON Smart Panel, is deze instelling niet beschikbaar.
  • Wanneer de optie Documentbron is ingesteld op TPU: negatieven of TPU: monochr. negatieven, werken de functies ICM en ColorSync niet.
  • ICM en ColorSync zijn vooral bedoeld voor ervaren gebruikers. Bent u niet erg bekend met systemen voor kleurbeheer, selecteer dan de optie Kleurencontrole om onverwachte resultaten te voorkomen.
  • Als uw printer en monitor het beschikbare kleurbeheersysteem niet ondersteunen, selecteert u Kleurencontrole. Raadpleeg de documentatie bij uw printer en monitor om na te gaan of ICM of ColorSync wordt ondersteund.
  • Wanneer ICM of ColorSync is geselecteerd, is de instelling Continue automatische belichting niet beschikbaar.
  • Wanneer de functie Automatische belichting wordt gebruikt en ICM of ColorSync actief is, wordt in het dialoogvenster Beeldbewerking de optie Schaduwen automatisch op 8 gezet en de optie Gamma op 1,0.
  • Als u Adobe Photoshop 5.0 of 5.5 gebruikt en in EPSON TWAIN de optie ICM of ColorSync selecteert, moet u in het dialoogvenster RGB Setup van Photoshop het selectievakje Voorbeeldscan weergeven met behulp van monitorcompensatie uitschakelen.
  • Om ervoor te zorgen dat de kleuren op uw beeldscherm en de gescande afbeelding zo veel mogelijk met elkaar overeenkomen, moet u vóór het scannen het juiste systeemprofiel instellen in het regelpaneel ColorSync. Raadpleeg uw Macintosh-documentatie voor meer informatie.

Bron (Scanner)

Selecteer in deze keuzelijst het gewenste kleurprofiel voor de scanner die u gebruikt. Als u een EPSON-scanner gebruikt, raadt EPSON u aan om EPSON Standaard te kiezen.

Doel

In deze keuzelijst kunt u een kleurprofiel selecteren dat in overeenstemming is met uw monitor of ander uitvoerapparaat (uw printer bijvoorbeeld). U kunt echter ook een van de RGB-kleurruimteprofielen kiezen, afgestemd op de profielen die beschikbaar zijn in Adobe Photoshop.

Als u het kleurprofiel wilt gebruiken dat ook door de monitor van uw computer wordt gebruikt, selecteert u Monitor RGB. Als u voor uw monitor en printer verschillende profielen wilt gebruiken, selecteert u de gewenste profielen in de lijst.

Als u een kleurprofiel wilt gebruiken dat aansluit bij de RGB-kleurruimte die u gebruikt in Adobe Photoshop, selecteert u de gewenste kleurruimte in de lijst. Raadpleeg de documentatie bij Adobe Photoshop voor meer informatie over het kleurbeheer van dat programma.

Opmerking:
  • Als u zelf een kleurprofiel hebt gemaakt voor de kalibratie van uw monitor met behulp van het hulpprogramma Adobe Gamma, wordt dat profiel weergegeven in de keuzelijst Doel.
  • In Windows is sRGB de standaardinstelling voor Doel. Voor Macintosh is dat Monitor RGB.

Voorbeeldscan weergeven met behulp van monitorcompensatie

Hiermee wordt de voorbeeldscan weergegeven met compensatie op basis van het ICM- of ColorSync-systeem, dat van invloed is op de doelruimte en de monitor.

Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, stemt de definitieve gescande afbeelding overeen met het voorbeeld in het voorbeeldvenster van Adobe Photoshop. Photoshop stemt de werkruimte van de interne afbeelding af op de monitor en geeft een aangepaste afbeelding weer. Omdat andere toepassingen deze functie niet ondersteunen, raden wij u aan dit selectievakje uit te schakelen.

Geen kleurencorrectie

Met deze instelling kunt u afbeeldingen scannen zonder iets te veranderen aan de kwaliteit van de afbeelding. Wanneer u uw eigen kleurprofiel maakt met behulp van een apparaat voor kleurkalibratie, selecteert u deze optie voor het beste resultaat.

Opmerking:
Wanneer u een voor PRINT Image Matching geschikte toepassing gebruikt, zoals Scan to Web of Scan to P.I.M. File in EPSON Smart Panel, is deze instelling niet beschikbaar.


[Boven]

Het tabblad Andere

Wanneer u op het tabblad Andere klikt, krijgt u de beschikking over een aantal extra instellingen.

Voorbeeldscaninstellingen behouden

Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden Beeldtype, Bestemming, Resolutie en Beeld verscherpen opgeslagen, zodat deze instellingen automatisch weer van toepassing zijn wanneer EPSON TWAIN opnieuw wordt gestart.

Voorbeeldscan behouden

Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de in het Voorbeeldscan-venster getoonde afbeelding samen met de bijbehorende instellingen opgeslagen, zodat deze instellingen automatisch weer van toepassing zijn wanneer EPSON TWAIN opnieuw wordt gestart. Dit is handig wanneer hetzelfde document meer dan eens wordt gescand, en met name wanneer het document wordt gescand met verschillende TWAIN-toepassingen.

Opmerking:
Dit selectievakje wordt grijs weergegeven en kan dus niet worden gebruikt wanneer het selectievakje Voorbeeldscaninstellingen behouden niet is geselecteerd of het miniatuurvoorbeeld is ingeschakeld.

Werkgebied

U kunt een vaste schijf selecteren als tijdelijk werkgebied voor bepaalde beeldbewerkingen. Alleen de lokale vaste schijven staan in de lijst.

Vrije ruimte

Hier wordt de beschikbare ruimte weergegeven op de vaste schijf die is geselecteerd als Werkgebied.

Alles resetten

Klik op deze knop om alle TWAIN-instellingen te initialiseren en de fabrieksinstellingen te herstellen.


[Boven]


Vorige