Uitgebreid scannen / Scannen in de manuele modus

Overzicht van de scanprocedure in de manuele modus

Scanprocedure in de manuele modus
Overzicht van het venster voor de manuele modus

In de manuele modus zijn er veel meer opties beschikbaar voor een grotere controle over uw scans. In de manuele modus kunt u de beelden vóór het scannen bewerken, corrigeren of optimaliseren of een voorbeeldscan bekijken.

Scanprocedure in de manuele modus

Scannen in de manuele modus omvat de volgende handelingen:

Start een met TWAIN compatibele toepassing.

Open EPSON TWAIN 5 vanuit deze toepassing.

Selecteer Documentbron, Beeldtype en Bestemming in het EPSON TWAIN-venster van de manuele modus en klik vervolgens op de knop Volledige voorbeeldscan. Een voorbeeldscan van de afbeelding wordt weergegeven in het Voorbeeldscan-venster aan de rechterzijde van de venster van de manuele modus.

Pas de instellingen aan in het Voorbeeldscan-venster en klik vervolgens op de knop Scannen. De afbeelding wordt gescand.

Sla de gescande afbeelding op.

Opmerking:
EPSON TWAIN werkt voor zowel Windows als Macintosh op dezelfde manier. In deze handleiding wordt de werking uitgelegd aan de hand van Windows-voorbeelden.


[Boven]

Overzicht van het venster voor de manuele modus

Het venster van de manuele modus bevat de volgende onderdelen en knoppen. In de onderstaande tabel vindt u een beschrijving van alle onderdelen en functies.

Opmerking voor Macintosh-gebruikers:
De meeste illustraties in dit gedeelte zijn voor Windows. Ze kunnen verschillen van wat u op uw scherm te zien krijgt. De instructies zijn echter dezelfde, tenzij anders vermeld.

Knop

Naam

Functie

-

Documentbron

Hiermee selecteert u de gewenste bron. Zie Een documentbron selecteren.

-

Beeldtype

Hiermee selecteert u het type afbeelding dat u wilt scannen. Zie Een beeldtype selecteren.

-

Bestemming

Hiermee selecteert u een bestemming of uitvoerapparaat. Zie Een bestemming selecteren.

-

Resolutie

Hiermee bepaalt u de resolutie. Zie De resolutie instellen.

-

Beeld verscherpen

Hiermee verhoogt u de scherpte. Zie De optie Beeld verscherpen selecteren.

-

Bronveld

Het formaat van de afbeelding dat wordt weergegeven of dat geselecteerd is in het Voorbeeldscan-venster. Zie Beeldformaat van bron en doel opgeven.

-

Doelveld

Het formaat van de afbeelding die wordt gecreëerd. Zie Beeldformaat van bron en doel opgeven.

Beeldbewerking

Hiermee optimaliseert u de afbeelding. Zie De helderheid en het contrast aanpassen.

Tooncorrectie

Hiermee optimaliseert u de afbeelding. Zie Een voorgedefinieerde toonkromme toepassen.

Kleuraanpassing

Hiermee optimaliseert u de afbeelding. Zie Kleuren aanpassen.

Automatische belichting

Hiermee wordt de belichting van de afbeelding automatisch geoptimaliseerd. Zie De knop Automatische belichting gebruiken.

Resetten

Hiermee maakt u alle gewijzigde beeldbewerkinginstellingen ongedaan en keert u terug naar de standaardinstellingen. Zie Instellingen voor de kleur resetten.

Volledige voorbeeldscan

Hiermee maakt u een voorbeeldscan van de afbeelding Zie Werken met de knop Volledige voorbeeldscan.

Ingezoomde voorbeeldscan

Hiermee maakt u een voorbeeldscan van een deel van de afbeelding in het Voorbeeldscan-venster. Zie Voorbeeldscan.

Automatisch lokaliseren

Hiermee geeft u de scanner opdracht om de doelafbeelding automatisch op te zoeken en te selecteren. Zie Voorbeeldscan.

Ingezoomde voorbeeldscan

Hiermee geeft u de geselecteerde miniatuurafbeelding ingezoomd weer. Zie Miniatuurvoorbeeld.

Terugkeren

Hiermee geeft u de afbeelding opnieuw weer in de miniatuurweergave van de ingezoomde voorbeeldscan. Zie Miniatuurvoorbeeld.

90° draaien

Hiermee draait u de geselecteerde afbeelding een kwartslag. Zie Miniatuurvoorbeeld.

Spiegelen

Hiermee geeft u de geselecteerde afbeelding weer in spiegelbeeld. Zie Miniatuurvoorbeeld.

Scannen

Hiermee scant u de afbeelding of het actieve selectiekader in het Voorbeeldscan-venster. Zie Werken met de knop Scannen.

Instellingen

Hiermee geeft u alle instellingen weer voor de gemaakte voorbeeldscan. Zie Werken met het dialoogvenster Instellingen.

Configuratie

Hiermee legt u de instellingen vast die van toepassing zijn op het Voorbeeldscan-venster. Zie Configuratie-instellingen vastleggen.

Automatische modus

Hiermee schakelt u over naar de automatische modus.

Sluiten

Hiermee sluit u het venster van de manuele modus.

Help

Hiermee opent u de online-Help.

Opmerking:
  • Als sommige instellingen grijs worden weergegeven of helemaal niet zichtbaar zijn in de manuele modus, kunt u de betreffende opties niet selecteren. Dit hangt af van uw scannertype of andere instellingen.
  • Raadpleeg de online-Help voor meer informatie over de TWAIN-instellingen.


[Boven]


Vorige

Volgende