Enkele afdrukopties

Op enveloppen afdrukken

Enveloppen laden
Op enveloppen afdrukken

Bij het afdrukken op enveloppen dient u rekening te houden met het volgende:

Opmerking:
De wijze van vouwen en de dikte van enveloppen wisselt sterk. Als de totale dikte van de stapel enveloppen groter is dan 10 mm, moet u elke envelop goed plat drukken voordat u de enveloppen laadt. Als de afdrukkwaliteit minder wordt als er een stapel enveloppen is geladen, laadt u de enveloppen één voor één.

A:

De bovenmarge is minimaal 3,0 mm (0,12").

B-L:

De linkermarge is minimaal 3,0 mm (0,12").

B-R:

De rechtermarge is minimaal 3,0 mm (0,12").

C:

De ondermarge is minimaal 14 mm (0,78").

:

U kunt de minimale ondermarge verkleinen tot 3 mm door Maximum te selecteren bij Afdrukgebied op het tabblad Papier van de printersoftware (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). De afdrukkwaliteit in het uitgebreide gebied kan echter slechter zijn.

Enveloppen laden

Raadpleeg het gedeelte hierna.

Enveloppen


[Boven]

Op enveloppen afdrukken

Open de printerdriver.
De printersoftware voor Windows openen
De printersoftware voor Macintosh openen

Selecteer Gewoon papier bij Afdrukmateriaal op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of in het afdrukvenster (Macintosh).

Selecteer het gewenste envelopformaat uit de instellingen bij Papierformaat op het tabblad Papier (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh).

Selecteer Liggend als Afdrukstand.

Klik op OK om het venster te sluiten.

Druk uw gegevens af.

Opmerking:
  • De instelling Zuinig van de modus Aangepast en de instelling Zuinig onder Afdrukkwaliteit in het dialoogvenster Geavanceerd kunnen niet worden gebruikt bij het bedrukken van enveloppen.
  • Schakel het selectievakje MicroWeave van het dialoogvenster Geavanceerd in, als in het programma waarmee u aan het werk bent, enveloppen niet zijn opgegeven als papierformaat, terwijl u wel degelijk enveloppen aan het bedrukken bent.


[Boven]


Vorige