Functies van de printersoftware / Voor gebruikers van Macintosh OS X
Afdrukmateriaal instellen
Opties voor Modus instellen
Een afdrukvoorbeeld bekijken
Opties voor x-op-één instellen
Documenten als PDF-bestand opslaan
Opties voor kleurbeheer instellen
De huidige instellingen in het afdrukvenster weergeven
De instellingen in het dialoogvenster Afdrukken opslaan en gebruiken
In het afdrukvenster kunt u de instellingen vastleggen voor Afdrukmateriaal, Modus, Inkt, Exemplaren en Pagina's. Dit dialoogvenster bevat een afdrukvoorbeeld. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
De instelling bij Afdrukmateriaal bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen.
Selecteer in het afdrukvenster Afdrukinstellingen en selecteer het type afdrukmateriaal dat u in de printer hebt geladen. Zoek het afdrukmateriaal dat u gebruikt in de lijst Afdrukmateriaal en kijk tot welk type het behoort (weergegeven in een groter lettertype). Voor sommige materialen kunt u kiezen uit meerdere instellingen.
![]() | Afdrukmateriaal |
Met de opties voor Modus in het afdrukvenster hebt u als u Afdrukinstellingen hebt geselecteerd de beschikking over drie besturingsniveaus voor de printersoftware. Dit wordt hierna uitgelegd.
Automatisch |
Deze modus is de snelste en eenvoudigste manier om te beginnen met afdrukken. Raadpleeg De modus Automatisch gebruikenvoor meer informatie. |
Aangepast |
In deze modus kunt u uit een lijst met vooraf gedefinieerde of aangepaste instellingen een optie kiezen die het meest geschikt is voor het type document dat u wilt afdrukken. Als u Aangepast kiest, wordt de knop Geavanceerd beschikbaar, waarmee u het dialoogvenster Geavanceerd kunt openen. Raadpleeg De modus Aangepast gebruikenvoor meer informatie. |
Geavanceerde instellingen |
In deze modus beschikt u over gedetailleerdere instellingen voor het afdrukken. Raadpleeg Geavanceerde instellingen toepassenvoor meer informatie. |
Naast het vastleggen van uitgebreide Modus-instellingen die de algemene afdrukkwaliteit beïnvloeden, kunt u ook afzonderlijke aspecten van de afdruk wijzigen met de opties in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Zie Opties instellen in het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
Als u in het afdrukvenster de optie Automatisch selecteert als instelling bij Modus en de optie Afdrukinstellingen hebt geselecteerd, worden alle gedetailleerde instellingen automatisch door de printerdriver verzorgd op basis van de huidige instellingen bij Afdrukmateriaal en Inkt. Zie Opties voor Inkt instellen voor informatie over het instellen van Inkt. Zie Afdrukmateriaal instellenvoor informatie over het instellen van Afdrukmateriaal.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
Wanneer u Aangepast kiest als Modus, kunt u de lijst Aangepaste instellingen gebruiken, met daarin een aantal kant-en-klare instellingen voor het afdrukken van tekst en grafieken. U kunt ook ColorSync selecteren, een methode voor kleuraanpassing. U kunt ook uw eigen instellingen maken en opslaan. Zie Geavanceerde instellingen toepassenvoor meer informatie over het maken van uw eigen instellingen.
Standaard hebt u de volgende keuzemogelijkheden:
Kleuraanpassing |
Omschrijving |
ColorSync |
Deze methode zorgt ervoor dat de afgedrukte kleuren overeenkomen met de schermkleuren. |
Wanneer u een instelling kiest voor Aangepast, worden andere opties zoals Afdrukkwaliteit, Halftoning en Kleuraanpassing automatisch ingesteld. Wijzigingen in deze instellingen worden weergegeven in het schermpje aan de linkerzijde van het afdrukvenster.
Voer de volgende stappen uit om een instelling te kiezen bij Aangepast.
![]() | Selecteer Afdrukinstellingen in het venstermenu van het dialoogvenster Afdrukken. |
![]() | Selecteer in het afdrukvenster onder Modus de optie Aangepast. Hierdoor wordt de lijst Aangepaste instellingen, rechts van het keuzerondje Aangepast, zichtbaar. |
![]() | Kies uit de lijst Aangepaste instellingen de meest geschikte instelling voor het type document of beeld dat u wilt afdrukken. |
![]() | Controleer in het afdrukvenster of de instellingen voor Afdrukmateriaal en Inkt kloppen. Zie Opties voor Inkt instellen of Afdrukmateriaal instellen voor meer informatie. |
Als u als modus Geavanceerde instellingen selecteert, krijgt u de volledige controle over de afdrukomgeving. Met deze instellingen kunt u nieuwe afdrukideeën uitproberen of een reeks afdrukinstellingen op uw behoeften afstemmen.
Volg de onderstaande instructies om de geavanceerde opties in te stellen.
![]() | Selecteer Afdrukinstellingen in het venstermenu van het dialoogvenster Afdrukken. |
![]() | Selecteer in het afdrukvenster onder Modus de optie Geavanceerde instellingen. |
![]() | Kies bij inkt de optie Kleur of Zwart. |
![]() | Stel de Afdrukkwaliteit in. |
![]() | Stel desgewenst nog meer opties in. Zie de online-Help voor meer informatie. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
Selecteer voor het instellen van het aantal exemplaren Copies & Pages in het venstermenu en voer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken in het vak Exemplaren in.
Selecteer voor het instellen van de afdrukvolgorde Copies & Pages in het venstermenu en selecteer Sorteren voor het afdrukken van volledige documenten na elkaar.
Selecteer voor de pagina-instelling Copies & Pages in het venstermenu en selecteer Alles of Van en tot. Als u Van en tot gebruikt, voert u de eerste pagina van het bereik in het tekstvak Van in en de laatste pagina in tot.
Selecteer voor de kleurinstellingen Printerinstellingen in het venstermenu en klik op Kleur als u in kleur wilt afdrukken, of op Zwart als u in zwartwit of grijstinten wilt afdrukken.
Met de functie Voorbeeld kunt u een afdrukvoorbeeld van uw document bekijken voordat u het afdrukt. Om een afdrukvoorbeeld te bekijken, gaat u als volgt te werk.
![]() | Leg de gewenste instellingen vast in de printerdriver. |
![]() | Klik op Voorbeeld in het afdrukvenster. Het dialoogvenster met het afdrukvoorbeeld van het document wordt weergegeven. |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
Selecteer Lay-out in het venstermenu van de instelling Meerdere pagina's als u meerdere pagina's van het document op één vel wilt afdrukken.
Als Lay-out is geselecteerd, zijn de volgende opties beschikbaar:
Pagina's per vel |
Hiermee worden meerdere pagina's van uw document afgedrukt op één vel papier. De keuzemogelijkheden zijn 1, 2, 4, 6, 9 en 16. |
Layout Direction |
Geeft u de mogelijkheid de volgorde te bepalen waarin de pagina's op het vel papier worden afgedrukt. |
Border |
Hiermee wordt een kader afgedrukt rond pagina's die op elk vel worden afgedrukt. De keuzemogelijkheden zijn None, Single hairline, Single thin line, Double hairline en Double thin line. |
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
U slaat documenten als PDF-bestanden op door Uitvoeropties te selecteren in het venstermenu van het afdrukvenster. Ga als volgt te werk.
![]() | Leg de gewenste instellingen vast in de printerdriver. |
![]() | Selecteer Uitvoeropties in het venstermenu. De knop Afdrukken verandert in de knop Opslaan. |
![]() | Klik op de knop Opslaan. Het volgende dialoogvenster verschijnt. |
![]() | Selecteer de locatie waar u het bestand wilt opslaan en typ een bestandsnaam in het tekstvak Opslaan als (Save As) en klik op de knop Opslaan (Save). |
![]() | ![]() | Opmerking: |
![]() | ![]() |
|
Als u in het venstermenu Kleurbeheer selecteert, kunt u de kleuraanpassing en correctiemethoden van de printerdriver instellen.
Volg de onderstaande instructies om kleurbeheer in te stellen.
![]() | Selecteer Kleurbeheer in het venstermenu van het dialoogvenster Afdrukken. Het volgende dialoogvenster verschijnt. |
![]() | Stel de opties naar wens in. Zie de online-Help voor meer informatie. |
Als u in het afdrukvenster de optie Samenvatting hebt geselecteerd, kunt u de huidige instellingen in het afdrukvenster bevestigen.
Selecteer Samenvatting in het venstermenu. Het volgende dialoogvenster verschijnt.
De huidige instellingen voor Copies & Pages, Lay-out, Uitvoeropties en Afdrukinstellingen worden in de lijst weergegeven.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
Als u de instellingen in het afdrukvenster wilt opslaan, selecteert u Save Custom Setting in het venstermenu.
De instellingen worden opgeslagen als Aangepast in de lijst Opgeslagen instellingen. U kunt maximaal één set van verschillende aangepaste instellingen opslaan.
Als u opgeslagen instellingen wilt gebruiken, selecteert u Aangepast voor Opgeslagen instellingen in het afdrukvenster.
Als u het afdrukmateriaal of het kleurafdrukken wijzigt terwijl de aangepaste instellingen in de lijst Opgeslagen instellingen zijn geselecteerd, heeft dit geen invloed op de opgeslagen instellingen. Als u wilt terugkeren naar de aangepaste instellingen, selecteert u deze gewoon weer in de lijst.
![]() | Opmerking: |
![]() |
|
![]() Vorige |
![]() Volgende |